terwijl ons haar dunner wordt
en in de bomen de apen lachen
terwijl we steeds vaker het dak op moeten
om de weggewaaide pannen terug te leggen
terwijl ons haar dunner wordt
en de apen in de bomen lachen
terwijl de dokter ons vaker ziet zitten
in de snotterige en kuchende wachtkamer
terwijl de apen lachen
terwijl de één na de ander sterft
en zijn daden niet meeneemt
het graf in
blijven de apen jong
en lachen
terwijl de boeren en scheten
je overal heen vergezellen
en je darmen en longen slijten terwijl het beschutte plekje
onder de bomen
lokt
lachen de apen
om de kracht die wegglipt
uit je appelschillende
handen
je kijkt haar aan
en je kijkt anders naar de grond
terwijl dit alles
wordt de honger van de apen
groter terwijl het vergeven verschrompelt
en woede alleen maar vervelt
lachen de apen
blijft de woede jong
Tsead Bruinja (1974)
uit: Angel (2008)
|