Dirkje Kuik (1929-2008)
Volgens Valéry
De dieren des velds,
de aardige kruiden die er zoal groeien,
zij waren Vergilius niet onbekend.
Petrarca klom zelfs op een berg
en schreef een treffende brief
over het uitzicht van de ziel.
Maar hoe zal ik schrijven.
Ik kan geen kattestaart
van een grasvink onderscheiden.
Ik, een koperen monnik anno 1929,
op de bak van een fontein.
Een prentbriefkaartenverkoper
die de reproductietechniek begrijpt,
een Degas op kunstvoeten.
uit: 45 gedichten (1969)